Tien Belangrijke Statistieken voor jouw HUD

Tien Belangrijke Statistieken voor jouw HUD

 

Een Heads-up Display zoals Hold'em Manager 3 of Pokertracker 4 is tegenwoordig niet meer weg te denken in de online pokerwereld. Veel spelers schaffen een programma aan maar weten vervolgens niet precies op welke statistieken zij wel en niet aan tafel moeten letten. Een HUD kan je een veel grotere edge geven op jouw tegenstanders, maar als je verschillende statistieken verkeerd interpreteert dan zal dit eerder negatief dan positief uitpakken. Om jullie een beetje te helpen met het begrijpen van een HUD hebben we de tien belangrijkste statistieken voor jullie op een rijtje gezet. De informatie is afkomstig uit een artikel van onze partner Upswing Poker en wij hebben de informatie voor jullie vast naar het Nederlands gezet.


99,9 procent van alle winstgevende pokerspelers op het internet maken gebruik van pokersoftware. In veel gevallen gaat het hierbij om HM3 of PT4, maar er zijn ook nog een aantal andere HUD's gelanceerd, al zijn de zojuist genoemde zeker de grootste. Op Pokeren.nl kun je uitgebreide reviews over Hold'em Manager 3 en Pokertracker 4 lezen. Om bij deze artikelen te kopen hoef je alleen maar even in de eerste alinea op de rode linkjes te drukken. 

 

1. VPIP: Voluntarily Put Money Into Pot

 

Dit is een must-have stat voor de HUD. VPIP laat zien hoe vaak jouw tegenstander vrijwillig geld in de pot heeft gedaan, door te raisen of te callen. Dit is zulke belangrijke informatie om een idee te krijgen met wat voor soort speler je te maken hebt, zeker in correlatie met Preflop Raise (PFR).

 

Een speler met voldoende basiskennis over preflop poker zal een VPIP hebben tussen de 20% en 30% in een 6-handed game, waarbij het gros rond de 25% zit.  Als een speler veel minder handen dan 25% speelt is het zeer waarschijnlijk een te tighte speler.

 

Je hebt ongeveer 300 handen nodig om een duidelijk beeld te krijgen van iemand zijn VPIP. Daarbij moet wel gemeld worden dat de echte uitschieters al wel eerder geïdentificeerd kunnen worden. Als iemand 75% van de handen speelt na 50 getrackde handen, kun je er wel vanuit gaan dat een speler te loose is.

 

2. PFR: Preflop Raise

 

PFR laat zien hoe vaak een speler preflop heeft geraised in een pot. Hierbij hoort een Raise First In (RFI = de pot als eerste openen, rest voor je heeft gefold), maar ook 3-bet en cold 4-bets/5-bets. Deze stat zorgt voor nog een duidelijker beeld betreft jouw tegenstanders preflop strategie. Samen met VPIP krijg je een heel goed idee hoe jouw tegenstander speelt.

 

Een speler met voldoende basiskennis over preflop poker zal een PFR hebben tussen de 15% en 25%, waarbij 19% de norm is.

Net zoals bij VPIP heb je ongeveer 300 getrackde handen nodig om een duidelijk beeld te krijgen van iemand zijn preflop agressie oftewel (PFR).

 

3. 3-Bet

 

Dit is een belangrijke stat om op je HUD te hebben staan, aangezien het laat zien hoe vaak jouw tegenstander 3-bet voor de flop. Door een goed beeld te hebben van de 3-bet range van de tegenstander kun jij jouw eigen openingrange en callrange (tegen een 3-bet) aanpassen.

 

Een speler met een voldoende basiskennis over preflop poker zal een 3-bet% hebben tussen de 6% en 10%, waarbij 8% de norm is. 

 

Een aantal adjustments (aanpassingen) die je kunt maken tegen een tighte of loose 3-better zijn: 

 

  • Wanneer een agressieve 3-better positie op je heeft, probeer dan iets tighter te openraisen.
  • Wanneer er alleen maar tighte 3-betters achter je zitten, probeer dan iets wijder te openen.
  • Wanneer een agressieve speler je 3-bet, probeer dan meer te 4-betten en met iets meer handen te callen.

Om een goed beeld te krijgen van een 3-bet stat heb je meestal 1.000 handen nodig van een speler

 

4. WTSD: Went to Showdown

 

Dit is een belangrijke postflop stat die je vertelt hoe vaak een speler showdown bereikt na het zien van een flop. Deze stat laat zien in hoeverre jouw tegenstander een "calling station" is.

 

Bijvoorbeeld: Als een speler tien keer de flop heeft gezien en daarvan vier keer een showdown heeft bereikt dan heeft hij een WTSD van 40%. Deze stat wordt meestal gebruikt in samenwerking met Won Money at Showdown (WSD of W$SD) en Won When Saw Flop (WWSF).

 

Een goede WTSD frequentie in Cash Games zit tussen de 27% en 32%, waarbij 30% de norm is. In Toernooipoker ligt de WTSD frequentie meestal wat hoger, namelijk tussen de 36% en 43%. Is de stat te laag dan ben je waarschijnlijk aan het overfolden, is de stat te hoog dan ben je waarschijnlijk te vaak aan het callen.

 

Aangezien het grootste aantal handen niet verder komt dan preflop (maar 17% van de handen bereiken de flop), heb je natuurlijk een veel grotere sample nodig om een goed idee te krijgen van WTSD. Er zijn zo'n 8000 handen nodig van een speler om een goed beeld te krijgen van (of om aanpassingen te maken door) de WTSD.

 

5. WSD: Won Money at Showdown

 

Ook wel afgekort met W$SD. Deze stat laat zien hoe vaak jouw tegenstander heeft gewonnen op de showdown. Zoals we hierboven ook al hebben gemeld, wordt deze stat meestal gebruikt samen met WTSD. 

 

Een goed WSD ligt tussen de 49% en 54%. De correcte frequentie hangt ook af van de eerder genoemde statistieken (WTSD en WWSF). Wanneer je WSD te laag is dan komt dit waarschijnlijk omdat je met teveel slechte handen callt, of te vroeg al begint te bluffen. Als het te hoog is dan ben je waarschijnlijk niet genoeg aan het bluffcatchen of bluffen. Ook voor deze stat heb je ongeveer 8.000 handen nodig.

 

6. WWSF: Won When Saw Flop

 

Deze stat vebindt de vorige twee met elkaar. WWSF geeft aan hoe vaak een tegenstander won nadat hij de flop heeft gezien.

Een goede frequentie van WWSF ligt tussen de 45% en 53% met een gemiddelde van 48%.  Is het lager? Dan is je tegenstander waarschijnlijk niet genoeg aan het bluffen, of geeft hij te vaak op. Is het te hoger? Dan callt hij teveel en is hij teveel aan het bluffen.

 

Een voorbeeld:

 

Speler A heeft WTSD: 26/ WSD: 56/ WWSF: 44

 

Deze speler gaat nauwelijks naar showdown, maar dat komt zeker niet omdat hij zo agressief is, anders was zijn WWSF wel hoger geweest. Speler A is zeer waarschijnlijk een tighte speler die veel fold postflop.

 

Speler B heeft WTSD: 30/ WSD: 52/ WWSF: 49

 

Als deze persoon bij jou aan tafel zit en ook nog eens een VPIP/PFR van 24/20 heeft dan kun je ervan uitgaan dat deze speler heel goed weet wat hij aan het doen is.

 

7. Fold to 3-bet After Raising

 

Deze stat vertelt je hoe vaak jouw tegenstander fold tegen een 3-bet na zelf te hebben geopend. Let op! Wanneer je deze stat aan de hud toevoegt zorg dan dat er echt "after raising" staat op een bepaalde manier. De normale "Fold to 3-bet" stat voegt ook handen toe als jij zelf niet de opener bent geweest.

 

Deze stat kan nog verder verdeeld worden in Out of Position (OOP) en In Position (IP) omdat de correcte frequenties verschillen tussen deze twee. Tegen dezelfde 3-bet size moeten we meer folden OOP dan IP omdat we minder makkelijk equity realiseren. 

 

De normale Fold to 3-bet statistieken zijn 40-45% IP en 45-50% OOP. Deze sample heeft ongeveer 1.500 handen nodig.

 

8. Preflop Squeeze

 

Preflop squeeze laat zien hoe vaak een speler re-raised nadat een andere speler heeft geopened en vervolgens iemand cold-called. Deze stat is handig om te bepalen hoe vaak je moet verdedigen tegen 3-bet squeezes.

 

Normaal gesproken ligt een squeeze frequentie tussen 7-9%. Als iemand dus 12% squeezed dan kun je vaker callen en lichter 4-betten. Je hebt meestal wel 3.000 handen nodig om hier een goed beeld van te krijgen.

 

9. Flop Continuation Bet

 

Deze stat laat zien hoe vaak een speler continuation bet na preflop te hebben geopend. Deze stat wordt meestal verdeeld in 3-bet en single raised pots en ook nog eens in IP en OOP. Het is meestal gebruikelijk om een grotere (50-70%) IP en OOP CBet% te hebben in 3-bet pots. Het is ook beter om een wat lager cbet % te hebben wanneer we OOP zitten in een single raised pot.

 

De sample size hier is niet super belangrijk, maar wat wel belangrijk is om te kijken wat iemand zijn algemene aanpak is. Toch is het wel handig om een aantal duidend handen van iemand getracked te hebben.

 

10. Fold to Flop C-bet

 

Deze stat laat zien hoe vaak een speler fold op de flop tegen een continuation bet van de preflop raiser. Net zoals bij flop c-bet moet deze stat verdeeld worden in single raised pots en 3-bet pots en nog verder met IP en OOP. 

 

De correcte frequentie hangt natuurlijk ook af van de betsize die wordt gebruikt, dus het is moeilijk om een juist percentage te geven. Normaal gesproiken wil je een Fold to Flop C-bet lager dan 50% hebben. 

 

Conclusie: 

 

Deze 10 stats zijn de must have statistieken voor jouw HUD. Er zijn nog een aantal andere belangrijke statistieken die je bijvoorbeeld in een pop-up wilt doen zoals de IP en OOP statistieken bij Continuation bets. Andere stats die ook handig zijn om op je HUD te zetten zijn Raise First In gefilterd per positie (EP,MP,CO,BTN,SB), Big Blind Fold to Steal (vs SB, BTN, CO), Open Limp en Check/Raise. 

 

Al het bovenstaande is natuurlijk erg belangrijk. Toch willen we ook benadrukken dat je niet blindelings een HUD moet volgen. Buiten het gegeven dat je op de juiste manier de statistiek moet kunnen interpreteren is het ook belangrijk om in te zien dat we vaak een kleine sample size hebben. Hierdoor trekken we vaker wel dan niet (enigzins) verkeerde conclusies over een bepaalde speler of een bepaalde speelstijl van iemand. Daarnaast is het ook belangrijk om te beseffen dat sommige regulars aan tafel anders spelen tegen de vissen aan tafel dan tegen andere regulars (datzelfde doen wij ook) dus is het ook logisch dat er statistieken zijn die anders zijn dan de norm. 

 

 



Pokeren.nl Poker Series

 

Doe mee en win een plek in Team Pokeren.nl